Xh (IXe-8) Ds. Adrianus Ploos van Amstel

Archief Ploos van Amstel

Ds. Adrianus Ploos van Amstel, gedoopt door zijn vader, Ds. Gerrit Ploos van Amstel, in de kerk van Blaricum op 25 augustus 1706, groeit op met negen broers en zusters.

Op 11 september 1727 wordt hij aan de Leidse universiteit ingeschreven in de theologische faculteit. Tijdens de studentenjaren woont hij te Leiden op de Hoogewoerd. 

Op 26 maart 1730 verzoekt hij aan de classis van Amsterdam om een praepara­toir examen. Dit onderzoek vindt op 4 september d.a.v. plaats tijdens de gewone classisvergadering. Het examen wordt gehouden door Ds. Johannes Diderik Visscher, predikant van Amsterdam.

Omdat Adrianus' vader omstreeks 1730 in gezondheid achteruit gaat en ernstig met zijn ogen tobt, kan aangenomen worden dat Adrianus zich nog niet beroepbaar stelt teneinde zijn vader te kunnen assisteren. Hij heeft de gelegen­heid om in de gemeente in te groeien wat waarschijnlijk gunstig is geweest voor een beroep door Laren en Blaricum toen zijn vader, Ds. Gerrit Ploos van Amstel, in 1733 vervroegd met emeritaat ging.

Formeel wordt een drietal gesteld, t.w. kandidaat Adrianus Ploos van Amstel te Blaricum, kandidaat Johannes Post te Groningen, en Ds. Otto A. Borshuis, predikant van Lutkegast.

Adrianus krijgt het beroep. Hij doet daarop peremptoir examen op 29 juni 1733 dat wordt afgenomen door Ds. Thomas van Son, predikant van Amsterdam. Op 19 juli d.a.v. wordt hij door Ds. Gerardus Klein, predikant van Huizen, in de morgendienst bevestigd in de kerk van Blaricum met de tekst uit Psalm 45 vs. 17 : "Op de plaats uwer vaderen zullen uw zonen staan : gij zult hen tot vorsten stellen over het ganse land". De handoplegging wordt door Adrianus' vader gedaan. In de middagdienst houdt hij zijn intreepredikatie met de tekst uit Efeze 4 vs. 11 : "En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars".

Omdat Adrianus ongehuwd is blijven zijn ouders, Ds. Gerrit Ploos van Amstel en Geertruyd Delhee, bij hem wonen. Hieraan komt een eind als Adrianus op 19 juni 1736 trouwt met Hendrina van der Luyt . Het huwelijk wordt te Amsterdam voltrokken.

Gerrit en Geertruyd gaan daarop met attestatie dd. 13 augustus 1736 naar Huizen.

Adrianus en Hendrina krijgen in 1740 een dochter, Johanna Jacoba, en in 1743 een zoon, Gerardus Didericus, die beiden jong sterven (resp. op 14- en op 23-jarige leeftijd). Daarna komen er geen kinderen meer.

In april 1738 krijgt Adrianus een beroep naar Oud-Loosdrecht, dat hij aanneemt. Op 25 mei 1738 neemt hij van de gemeente Laren en Blaricum afscheid en doet op 1 juni te Oud-Loosdrecht zijn intrede.

Op 7 mei 1742 wordt tijdens de vergadering van de classis van Amsterdam praeparatoir geëxamineerd en als proponent aangeno­men Jacobus Eliza Johannes Capitein. Dit onderzoek wordt door Ds. Adrianus Ploos van Amstel verricht. Het bijzondere is dat Jacobus een "Afrikaner Moor" is, afkomstig van de kust van Guinea en een aantal jaren eerder, in Den Haag wonend, tot het Christendom is bekeerd. Hij had daarna aan de Leidse universiteit gestudeerd. Inmiddels was beroep op hem uitgebracht naar het kasteel St. George "op d' Elmina" op de kust van Guinea.

In 1740 krijgt Adrianus een beroep naar Gouda, dat hij echter afwijst. Daarna volgt in 1744 een beroep naar Oudewater dat hij op 14 juli aanneemt. Op 1 november neemt hij van Oud-Loosdrecht afscheid en doet op 15 november in Oudewater zijn intrede.

Adrianus heeft blijkbaar een formeel principiële instelling waarom soepelheid niet van hem verwacht kan worden. Dit komt o.m. tot uiting in een conflict dat in 1746 ontstaat. In dat jaar verzoekt de Lutherse predikant van Woerden, Ds. J. Martini, aan de burgemeesters (twee in getal) toestemming om in de gereformeerde kerk van Oudewater een kerkdienst met Avondmaal te houden voor de Lutherse soldaten in het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Burgemeester Van Hoogstraten geeft verlof. Echter Adrianus had ernstige bezwaren tegen een Lutherse dienst in zijn kerk. Hij wist de andere burgemeester, De Jong, voor zijn standpunt te winnen. Die trekt -- buiten zijn collega om -- het verlof in. Dit veroorzaakt commotie in de raad van de vroedschap. Uiteindelijk wordt er een compromis gevonden : de dienst mag wel gehouden doch alleen op het koor van de kerk onder voorwaarde dat er geen herhaling meer moge­lijk is.

Ds. Adrianus Ploos van Amstel kon echter zijn ongenoegen niet onder stoelen of banken steken en zegt van de kansel af dat het gebeurde in strijd met 's Lands plakkaten is. In de vroedschap ontstaan door deze kwestie partijschappen die duren tot in 1750 wanneer prins Willem II zich ermee gaat bemoeien. De rust keert dan weer.

Adrianus bezocht uiteraard classicale en synodale vergaderingen. Zo had hij op 14 juli 1758 de beurt om de synode van Zuid-Holland, die te Gouda vergaderd had van 4 tot 14 juli, af te sluiten met een leerrede. Hij nam daarvoor de tekst uit Psalm 48 vs. 9, 10 en 11 eerste deel.

Op 3 juni 1762 overlijdt Adrianus te Oudewater en wordt begraven op 11 juni in een graf op het hoogkoor. Zijn vrouw overleefde hem nog 28 jaar. Zij gaat op het -- waarschijnlijk van haar ouders geërfde -- buiten "Hoogerwoert" wonen. Dit ligt "buiten de wallen van Haarlem" in de buurtschap Schoten (thans Haarlem-Noord). Hendrina van der Luyt overlijdt hier en wordt op 9 december 1790 begraven in hetzelfde graf als haar man in de kerk van Oudewater                                                                                                                                

 

 

Buitenplaats Hogerwoert te Schoten

Afbeeldingsresultaat voor kerk oudewater